Zwaar weer blog

De emotionele impact van bijzonder beheer

‘Vincent, Maarten en ik waren de ideale drie-eenheid voor een zeilonderneming. Ik kende ze allebei al langer. Vincent al sinds mijn jeugd. Hij gaf leiding bij Vinea zeilscholen en had de capaciteit om 1500 vrijwilligers aan te sturen. Maarten is een dispuutgenoot en hij was net een botenverhuurbedrijf begonnen. Ik was de enthousiaste regelaar met connecties. We hadden een plan om de vijf zeilscholen winstgevender te maken. Het korte seizoen van acht weken werd onvoldoende benut. We wilden meer kinderen enthousiast maken voor het zeilen, bijvoorbeeld door een budgetzeilschool te beginnen.’

‘De vorige eigenaar had Vinea zeilscholen 35 jaar lang met hart en ziel opgebouwd. Maar het was wel een bedrijf in zijn nadagen. Het aantal boekingen was teruggelopen, het was niet meer zo fraai als in zijn hart. De overnamesom van 4,5 miljoen euro was een enorm bedrag om in één keer neer te leggen. Ik bedacht dat we het konden betalen als we het dure vastgoed, op mooie locaties aan het water, zouden doorverkopen en terughuren. Bovendien betaalden we in een treintje: als dit verkocht is, kopen we dat, als die target gehaald is, dan…’

‘Het ging mis bij de laatste transactie, een zeilschool in Woudsend. We hadden in 2013 een klein verlies gedraaid, waardoor de bank ons niet meer steunde en we niet op het afgesproken moment konden betalen. Gelukkig wilden de ouders van Maarten het pand aankopen. Maar toen bleek de grond vervuild. Ik heb bewijs dat de vorige eigenaar dat wist, maar de rechter oordeelde dat Maartens ouders toch moesten afnemen. Alles lag aan diggelen, iedereen was met elkaar gebrouilleerd.’

‘Niet lang daarna heeft de vorige eigenaar faillissement voor ons aangevraagd. Geen bezitting van ons, ook van mij privé, bleef onaangeroerd, overal lag beslag op. In één klap zat ik bij alle banken waar ik bankierde in bijzonder beheer. Dat faillissement kon ik nog afwenden met hulp van vrienden, maar daarna regende het problemen. Zo waren alle zwemvesten al verkocht op een executieveiling en konden we de boten alleen bij Maarten huren. Die weigerde. Een medewerker stapte met ons klantenbestand naar de concurrent en er verschenen rotberichten in de media. Toen was mijn lot bezegeld.’

‘Met trillende handtekening heb ik toen zelf faillissement aangevraagd. Ik heb me nog ingezet om voor alle kinderen bij andere scholen een zeilvakantie te regelen en daarna ben ik ingestort. Het maalde in mijn hoofd: waarom? Waaraan heb ik dit verdiend? En vooral: hoe kunnen mensen zo star zijn? Maarten had zich op een cruciaal moment teruggetrokken uit de onderneming. Hij wilde ook niet meer praten. Dat absolute nee is nee, dat deed me zo veel pijn. Omdat het me machteloos maakte. Ik ben een geboren oplosser. Dat is mijn manier van omgaan met tegenslag. Nu stuitte ik op een betonnen muur. En dan was er de zakelijke kant. Ik had 850.000 euro verloren en was voorlopig niet in staat om te werken.’

'Ik merkte nauwelijks wat er om me heen gebeurde. Mijn vrouw durfde de kinderen niet bij me achter te laten'

‘In die tijd was ik echt van de wereld. ’s Nachts wakker, overdag doodmoe, overal pijn. Ik had een depressie, ik, die denkt dat alles maakbaar is. Zo zwart als de wereld er dan uitziet, dat wens ik niemand toe. Ik merkte nauwelijks wat er om me heen gebeurde. Mijn vrouw durfde de kinderen niet bij me achter te laten. Mijn dochter, toen vier jaar, had de haren van haar broertje geknipt terwijl ik ernaast zat. Had ik compleet gemist.’

Professionele hulp

‘Met het gezin zijn we naar Zwitserland gereisd, daar ben ik een beetje tot rust gekomen. Na terugkomst heb ik professionele hulp gezocht. Met mijn eerste coach heb ik vooral gepraat over het verlies en de rouw. Het gevoel te hebben gefaald was zo sterk, dat ik nergens meer toe in staat was. Zij heeft me uit die zwarte wereld geholpen, voorbij het “ik wil dit niet” en het “waarom?”. Met mijn huidige coach heb ik het over hoe ik me verhoud tot anderen. Dat anderen zich pas anders gaan gedragen als ík verander. Als ik iets wil, is mijn stijl: we gaan het regelen. Desnoods dwars door een muur, want daar moeten we zijn. Ik zie nu dat anderen niet altijd even snel zijn, of ja zeggen maar nee bedoelen. Dus moet ik mijn eigen route kiezen en afwachten wie aanhaakt. Voorkomen dat ik mensen meesleep.’

‘Natuurlijk ben ik al talloze keren kritisch de gebeurtenissen langsgegaan. Wat heb ik fout gedaan? Ik had tientallen dingen ánders kunnen doen, misschien had dat beter uitgepakt. Misschien heb ik de traditionele ondernemersfout gemaakt te ondernemen in een hobby. En met vrienden. Misschien wilde ik te graag. Vorig jaar heeft de curator me in het gelijk gesteld. Toen was ik heel geëmotioneerd. Hij pleitte me vrij. Te laat, maar dat was voor mij het teken dat ik door kon met mijn leven.’

‘Sinds ruim een jaar werk ik weer fulltime, maar ik ben niet de oude. Ik ben rustiger geworden, richt me meer op mijn gezin. Dat heb ik geleerd: hoe waardevol mijn vrouw en kinderen voor me zijn. Toen vrijwel iedereen zijn handen van me aftrok, waren zij er voor me. Vroeger werd ik ’s ochtends om halfzeven door mijn chauffeur gehaald en ’s avonds laat weer afgezet. Zes dagen per week. Nu zet ik in het weekend mijn telefoon uit.’

‘Of de vriendschap nog te herstellen is? Ik weet het niet. Ik hoop het. Want daar zit natuurlijk de grootste pijn. Hij blijft mijn dispuutgenoot, wij hebben als credo “Trou moet blijcken”. Ik wil vergevingsgezind zijn, maar het moet wel van twee kanten komen. De bal ligt nu in het midden.’

Bron: FD.nl



Terug